Corona en Biodiversiteit

Dat hele kleine virus zet onze wereld volledig op z’n kop. Dat virus als oorzaak van al die slachtoffers vraagt om ingrijpende maatregelen op korte termijn. Maar ook tot een grote acceptatie daarvan. Ondertussen wordt een PAS op de plaats rond de stikstofcrisis gemaakt. En dat is zorgelijk. Stikstof bedreigt biodiversiteit. Dat lijkt misschien niet zo vreselijk belangrijk, maar is het wel.

Het heeft te maken met het verschil tussen urgent en belangrijk. Het eerste roept direct een reactie op, ook als het niet belangrijk is; het tweede kan je ook uitstellen tot morgen. Voor je het weet kom je er niet aan toe en wint urgent het altijd van belangrijk. Urgent is als er gebeld wordt; je neemt de telefoon op zonder dat je weet of het belangrijk is; niet alles wat urgent is, is ook belangrijk. Pensioenopbouw is belangrijk, maar niet urgent. Het kan ook volgende week nog wel.

Corona is urgent en belangrijk. Biodiversiteit is nodig om voldoende weerstand te hebben tegen de ziektekiemen van de toekomst. Het is belangrijk en lijkt niet urgent.

Een tekort aan biodiversiteit leidt tot eenzijdigheid in de natuur en in het cultuurlandschap. Dat is niet alleen saai, maar maakt ons kwetsbaar. Hoe eenzijdiger een gebied, hoe groter de kans dat een ziekte om zich heen grijpt. Eenzijdigheid maakt altijd fragieler dan variatie. Zie hoe kwetsbaar de bio-industrie is voor kippengriep, mond en klauwzeer of Q-koorts. Als alle laboratoria testapparatuur afnemen bij dezelfde leverancier, blijk je kwetsbaar als deze leverancier niet levert.

Aanpak van stikstof heeft effecten voor de veeteelt, industrie, autoverkeer en luchtvaart. Dat moet echt minder, maar blijkbaar voelt het niet als urgent, de slachtoffers zijn meer op termijn en indirecter. Sinds maart is de vervuiling door industrie, verkeer en luchtvaart aanzienlijk afgenomen. Dat is goed voor de natuur. We kunnen blijkbaar heel veel als we de noodzaak inzien. Hebben we nou echt een virus nodig om daar vat op te krijgen?

Dan kunnen we nu ook doorpakken!

Jaap van ’t Hek, lid Vechtplassencommissie