13 jan 2021 Zon-en Windenergie beleid: lees mee!
Landschap, natuur en cultuur in een tijd van energietransitie
Nederland heeft zich gecommitteerd aan Europese en andere internationale afspraken om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het gevolg is een zich stormachtig ontwikkelende transitie naar duurzame energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Dit leidt tot steeds meer in het landschap verschijnende technische installaties zoals windturbines en zonne-akkers.
De Vechtplassencommissie onderschrijft het belang van verduurzaming van de energievoorziening maar vindt ook dat bij de besluitvorming voor het plaatsen van deze installaties de belangen van de kwaliteit van het Vechtlandschap, de natuur en het cultuurhistorisch erfgoed met zorg moeten worden afgewogen. Na een korte beschrijving van de context waarin de energievragen zich voordoen komt de Vechtplassencommissie tot een aantal randvoorwaarden voor een acceptabele toepassing van met name zonne-akkers en windturbines.
Context energietransitie
Er is sprake van een ongunstige klimaatverandering en zeespiegelstijging als gevolg van de actuele uitstoot van CO2 door de energiewinning uit fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas. Vermindering van de CO2-uitstoot zal deze ontwikkeling vertragen. Nationaal en provinciaal ligt er daarom een opgave om de uitstoot van CO2 te verminderen en over te stappen op duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Deze energietransitie zal stap voor stap worden gerealiseerd. Zon- en windenergie zijn momenteel de meest kansrijke duurzame bronnen.
Windturbines op zee zullen op korte termijn -subsidieloos- een substantieel deel van de totale energievraag leveren. Het ziet ernaar uit dat het opslagprobleem van elektriciteit over niet al te lange tijd opgelost zal zijn. Omzetting in waterstof lijkt een oplossing. Waterstof is gemakkelijk te produceren, goed op te slaan, kan gebruikt worden in de vervoersector (als soort LNG/ LPG), als vervanging van aardgastoepassingen, is goedkoop te transporteren en kan ook elders op de wereld met grote zonopbrengst volop worden geproduceerd (zoals in nagenoeg elke woestijn van Sahara tot Nevada).
Windturbines hebben als nadeel dat zij een cultuurhistorisch waardevol landschap ontsieren en dat zij, geplaatst in trek- of foerageer routes van vogels, schadelijk zijn. Rond windturbines op zee ontstaan juist weer gunstige biotopen voor vissen.
Zonnepanelen zullen eveneens een substantiële energiebron worden. De panelen op gebouwen maken al een grote vlucht en het is zaak dit productiemiddel maximaal toe te passen. Daarnaast worden op veel plaatsen zonne-akkers aangelegd. Op grond met een zeer geringe functionaliteit kan dit misschien maar het verdient de voorkeur om dubbel grondgebruik te stimuleren. Een extra aandachtspunt is dat er nog weinig bekend is over de lange termijn gevolgen van grote hoeveelheden zonnepanelen op de bodemkwaliteit en over de eventuele maatregelen om schadelijke effecten te compenseren.
Voorwaarde voor een succesvolle transitie is dat, parallel aan verduurzaming van de energieproductie, maatregelen worden genomen om de energievraag (bijv. isolatie van gebouwen en vervoer) aanzienlijk te reduceren.
Randvoorwaarden energietransitie in de Vechtstreek
De Vechtplassencommissie ondersteunt maatregelen ter verduurzaming van energieverbruik, ook op gemeentelijk niveau. Rekening houdend met de context waarin deze plaatsvindt en de kwaliteiten van de Vechtstreek verbindt de Vechtplassencommissie de volgende randvoorwaarden aan voorzieningen voor duurzame energieopwekking:
• Voorzieningen voor de opwekking van zonne-energie zijn het minst nadelig voor landschap, natuur en cultuurhistorisch erfgoed. Zij verdienen daarom de voorkeur boven die voor windenergie. Er is pas plaats voor windturbines als de productie m.b.v. zonne-energie onvoldoende is om aan de verduurzamings opgave te voldoen.
• Aandacht is vereist voor een zorgvuldige landschappelijke inpassing van zonne-akkers, bijv. door singels met streekeigen struweel of bomen en voor aanpassing aan de ruimtelijke schaal van het landschap (bijv. grote droogmakerijen versus kleinschalige bovenlanden).
• Gezien de schaarse beschikbaarheid van grond heeft voor zonne-akkers dubbel grondgebruik (bebouwing, parkeerterreinen, bodemdaling en waterberging etc.) de voorkeur. In geval van enkelvoudig grondgebruik, in principe uitsluitend op percelen met een geringe functionaliteit en kwaliteit, kunnen compenserende maatregelen genomen worden (bijv. schaduw minnende gewassen, bijenkasten, groenstroken).
• Ter voorkoming van versnippering en verrommeling van het landschap hebben grotere zonne-akkers de voorkeur boven meerdere kleinere zonne-akkers.
• Er mag geen natuurschade door windturbines aan foerageer- of trekgebieden voor vogels en vleermuizen ontstaan. Waar deze niet te compenseren is kunnen geen windturbines worden geplaatst. Eventuele noodzakelijke compenserende natuurmaatregelen worden in de vergunning vastgelegd met als voorwaarde dat de uitvoering ervan in de tijd parallel loopt aan de realisatie van het project.
• Ter bescherming van het waardevolle kleinschalige cultuurlandschap van de Vechtstreek en het open veenweidegebied wordt de corridor tussen Maarssen-Noord en AmsterdamGaasperplas uitgesloten van windturbines.
• Eventueel noodzakelijke windturbines worden geclusterd geplaatst op bedrijventerreinen. Bij clustering van windturbines resteren landschappelijke perspectieven zonder verstorende windturbines, worden in het al volle landschap geen nieuwe structuren zichtbaar gemaakt en tenslotte is de vogelsterfte bij clustering iets minder. In geval van beperkingen als gevolg van incidenteel aanwezige bedrijfswoningen worden de beperkende bepalingen in het belang van de duurzaamheid doelstelling zoveel mogelijk versoepeld.