02 dec 2019 het wel en wee van wiepen
Net na de aanleg stond je nog tot aan je knieën in de bagger, maar twee jaar nadat de laatste schep slib verwerkt is in de nieuwe strook land mag men toch echt spreken van een geslaagde proef in de zoektocht naar mogelijkheden van herstel van de zo herkenbare legakkers in de trekgaten van de Zuidelijke Kievitsbuurt. Herstel is belangrijk, want als men niets zou doen dan kalft het land af en dan blijft er op termijn enkel water over; ondiep water, slibrijk en ecologisch oninteressant. Herstel draagt bij aan de vergroting van de biodiversiteit èn aan het behoud van een landschap met een hoge cultuurhistorische waarde, waarbij ook het recreatieve gebruik van het gebied wordt gefaciliteerd. Een win-win situatie. Aan de proef werkten wel acht partijen mee. De provincies Utrecht en Noord-Holland, het Plassenschap Loosdrecht, de gemeentes Stichtse Vecht en Wijdemeren, Waterschap AGV en belangenverenigingen van eigenaren en ondernemers.
Maar wat echt fascinerend is, is dat er voor de proef is gekozen voor een eeuwenoude techniek van land maken. In de afgelopen decennia – en nog steeds – werden de landjes bijeengehouden door beschoeiingen. Deze kunnen van hout, staal of kunststof zijn en vormen een harde overgang van water naar land. Een prima oplossing daar waar je legakkers met woningen dicht bij de waterkant hebt, maar veel minder interessant voor situaties zonder woningen. Het zijn juist de geleidelijke overgangen van nat naar droog die natuurlijke ontwikkeling en daarmee vergroting van de biodiversiteit stimuleert, niet de harde overgangen zoals beschoeiingen. In de proef van legakkerherstel zijn enorme zinkstukken van gevlochten wiepen gemaakt. Wiepen zijn pakketten van gevlochten bestorven wilgentenen. Deze constructie van natuurlijke materialen wordt gevuld met slib, grond en veen uit de trekgaten en hierdoor wordt de waterdiepte naast de legakker vergroot. De wilgen zinkstukken zijn tot wel 3 meter hoog en bevinden zich voor het grootste gedeelte onder het wateroppervlak. Daardoor rotten ze ook niet weg. Het deel boven water zal op termijn verteren; tegen die tijd heeft de beplanting zich sterk ontwikkeld en zorgt voor stevigheid en een geleidelijke overgang. Het is mooi om te zien dat deze oude technieken nog steeds lonen en hiermee een belangrijke stap wordt gezet in het behoud van het cultuurlandschap van de Vechtplassen.
Mark van der Bij