13 apr 2019 Ton Stork Vechten voor de Vecht-penning 2019 uitgereikt aan Adriaan van Doorn
Wat is de Ton Stork Vecht voor de Vechtpenning? En wie verdient hem dit jaar?
De Vechtplassencommissie reikt eens in de twee jaar de Ton Stork Vechten voor de Vechtpenning uit aan iemand die zich bijzonder heeft ingezet voor de kwaliteit van de Vechtstreek. De Vechtstreek is van grote waarde en een beschermer daarvan is een penning waard. Nu twintig jaar geleden heeft Elisabeth Varga voor de VPC een penning ontworpen in de vorm van een waterlelieblad met daarin de bekende tekst van één van de eersten die de waarde van de Vecht onder woorden bracht: Constantijn Huygens. Hij schreef vanuit Den Haag aan zijn Vechtvriend Johan Huijdekoper, die ‘Heer van Maersseveen’ was:
Ick sit op Hofwijck, staegh aen Goudestein, en denk, en vliede van mijn’ Vliedt om voor uw’ Vecht te vechten
De eerste penning werd in 1999 uitgereikt aan Ton Stork, de scheidend voorzitter van de VPC. Vandaag mogen wij de (11e) penning uitreiken.
Het is de moeite waarde om nu na 20 jaar de eerdere winnaars even kort langs te lopen:
Als eerste dus Ton Stork (1999) – een architect en bevlogen landschapsbeschermer, onvermoeibaar op vele fronten in touw voor de streek
Daarna Anthony Lisman (2001) – een buitenplaatsbewoner met ongeëvenaarde kennis van en liefde voor de landgoederen langs de Vecht
Vervolgens Edward & Sally Munnig Schmidt (2003) – sprak ik bij Anthony Lisman van ongeëvenaarde kennis? Met uitzondering dan van deze winnaar(s) in 2003, vele jaren hoeders van het oudheidkundig genootschap Niftarlake
Ineke Dukes (2005) – een voormalige Ridderhofstadbewoner – Oudaen – die dat huis niet alleen restaureerde maar ook op de bouwgeschiedenis promoveerde en haar grote kennis met alle Vecht-organisaties deelde
Hermine Kalf (2007) – ‘een jonge moeder’ uit Weesp die de spil werd van het regionale en bijna landelijke verzet tegen de geplande doorsnijding van een gaaf polderlandschap door de A6-9-verbinding in de noordelijke Vechtstreek
Bertus Averesch (2009), een projectontwikkelaar – niet onze natuurlijke vrienden – die zijn nek uitstak bij het vormgeven van OpBuuren bij Maarssen
Tjebbe de Boer (2011), jarenlang voortrekker van de Vereniging Spaar het Gein die dit deel van de Vechtstreek voor veel onheil heeft behoed en daarmee de naam van de vereniging eer aandeed
Hans van Bemmel (2013), gedreven kracht achter het Vechtstreekmuseum in Maarssen met grote kennis van de grote broer van de Vecht, het A’dam Rijnkanaal
Juliette Jonker-Duijnstee (2015), wie kent haar niet als enthousiaste onderzoeker van en schrijver over onderwerpen die het hart van de Vechtstreek raken (recent nog over Sterke Vrouwen in de Vechtstreek)
Wim Weijs (2017), waar de echte bijbel tenminste 4 evangelisten als auteurs kent, heeft de Vechtbijbel 1 duidelijke hoofdauteur, de initiator en schrijver van het inmiddels zo goed als uitverkochte Natuur en Landschap van de Vechtstreek
Wat laat dit overzicht van laureaten zien? 4 vrouwen en 7 mannen; 3 uit de noordelijke Vechtstreek, 6 uit het midden en 2 uit het zuiden; tot dusver een redelijk evenwicht; maar ook een sterke aandacht voor architectuur en landschap; pas in 2017 werd er met de keuze voor een laureaat dieper ingegaan op de natuurlijke aspecten van het landschap, zij het nog vormgegeven ‘van achter het bureau’.
In de geschiedenis van de Vechtplassencommissie speelt echter ook het ‘veldwerk‘ een grote rol. Een belangrijk onderdeel van de VechtplassenCommissie was lange tijd de Inventarisatie-commissie waar gedenkwaardige leden van de VPC hun werk voor de Commissie begonnen zijn (Roel de Wit, Piet Bakker, Luuc Mur en vele anderen) en waar bijzondere publicaties uit zijn voortgekomen. In de laatste decennia zijn de leden van de Commissie weer wat meer achter het bureau te vinden, ook al gaat dat nog steeds gepaard met kennis van de lokale en regionale situatie. Maar het echte werk aan het landschap wordt verwacht van overheden, particuliere eigenaren en vrijwilligers. En deze laatste groep verdient extra aandacht want dat werk wordt vaak in stilte verricht maar speelt een essentiële rol in het stimuleren en aanvullen van overheden en eigenaren in de zorg om het Vechtlandschap. Denk maar eens aan de karakteristieke knotwilgen langs de Vechtdijken die om de zoveel jaar naar ‘de kapper’ moeten om in leven te blijven. Velen zullen zich niet realiseren wie dat verzorgen: de gemeente, het Waterschap of de particuliere grondbezitter, of…?
Sinds 2009 is een groep vrijwilligers actief geworden in het gat dat de eerder genoemde partijen lieten liggen. Zorg om onvoldoende onderhouden wilgen en andere bomen langs de Vecht, bracht een aantal vrijwilligers samen die de werkgroep Werk aan de Vecht oprichtten. Geïnspireerd door het VPC-project Vechtoevers, zien en gezien worden, zijn zij aan de slag gegaan met het uitvoeren van landschappelijk onderhoud langs de rivier de Vecht, bijvoorbeeld door struiken te snoeien, bomen te knotten en rietlandjes te maaien. Het werkterrein omvat de gehele loop van de Vecht, van Utrecht tot Muiden. Het is veel werk om de kenmerkende oevers, de parken bij de buitenplaatsen en de hoogstamboomgaarden bij de boerderijen te onderhouden. En de subsidiemogelijkheden zijn beperkt. Enthousiaste vrijwilligers zijn daarom onmisbaar.
En er is een man die in deze tienjarige geschiedenis een even onmisbare als belangrijke rol heeft gespeeld in de groei en bloei van Werk aan de Vecht. Een bewoner van een van onze Vechtdorpen, in het dagelijkse leven bekend als ‘hommel-specialist’ – en hommels zijn van groot belang als bestuivers van groente-, fruit- en zaadgewassen – en daarmee ook van ons landschap. Hij is ook actief als tuinvogelconsulent voor Vogelbescherming, als dagvlinder-onderzoeker voor de Vlinderstichting en zelfs sprinkhaan-inventarisaties vallen onder zijn brede belangstelling. Maar bovenal is hij inspirator en coördinator van de knotgroep Werk aan de Vecht.
U heeft natuurlijk al lang geraden: de laureaat van 2019 kan niemand anders zijn dan Adriaan van Doorn!